Blog

Voorjaarsnota: helaas een fiscale versobering

dinsdag 31 mei 2022
Door Jaap van Ooijen - Fiscaal - jurist

  Het kabinet is flink aan het puzzelen geweest en heeft daarbij de mening van de oppositiepartijen gepolst om hun begroting sluitend te krijgen. De knelpunten zitten in de compensatie voor box-3 gedupeerden, in het extra budget dat naar Defensie moet en in de verhoging van de AOW-uitkeringen. 
 

Het gevolg is een aanzienlijke lastenverzwaring voor BV’s en hun directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s). Daarentegen stijgt het minimumloon èn de onbelaste reiskostenvergoeding voor werknemers eerder dan verwacht. Dit alles heeft het kabinet uitgewerkt in de Voorjaarsnota 2022. 

De eerste versobering zit in het naar beneden bijstellen van de winstgrens voor BV’s vanaf 2023. BV’s betalen hierdoor vanaf 2023 over hun winst tot € 200.000 (nu € 395.000) 15% vennootschapsbelasting en daarboven 25,8%. 

De tweede versobering zit in het invoeren van twee tariefschijven in de aanmerkelijk belangheffing van box-2 van de inkomstenbelasting vanaf 2024. DGA’s betalen hierdoor vanaf 2024 over hun inkomen uit aanmerkelijk belang tot € 67.000 26% en daarboven 29,5% aanmerkelijk belangheffing (nu één tarief van 26,9%). 

De derde versobering zit in het verlagen van de doelmatigheidsmarge voor de bepaling van het gebruikelijk loon voor een DGA vanaf 2023. Vanaf 2023 wordt het salaris van een DGA gesteld op 85% van het salaris dat een werknemer in de meest vergelijkbare dienstbetrekking verdient (dat was 75%; de doelmatigheidsmarge gaat van 25% naar 15%).

Voor ondernemers is het vanaf 2023 niet meer mogelijk om hun fiscale oudedagsreserve fiscaal gefaciliteerd te vergroten. Het saldo van de per 2023 opgebouwde fiscale oudedagsreserve blijft wel fiscaal geaccepteerd.  

De eerder voorgestelde verhoging van het vrijgestelde vermogen voor box-3 van de inkomstenbelasting naar € 80.000 geschrapt. De vrijstelling blijft € 50.560 bedragen. 

Ten slotte wordt het tarief in de overdrachtsbelasting voor alle niet eigen- woningen met ingang van 2023 verhoogd van 8% naar 10,1%. Het tarief van de overdrachtsbelasting voor eigen woningen blijft 2% bedragen en de eenmalige vrijstelling in de overdrachtsbelasting voor kopers in de leeftijd van 18 tot 35 jaar wordt per 2023 verhoogd naar € 440.000 (nu € 400.000). 

Om het koopkrachtverlies van de minima enigszins op te vangen wordt het minimumloon één jaar eerder dan beoogd verhoogd. Met ingang van 2023 stijgt het minimumloon al met 2,5%. Ook per 2024 en per 2025 stijgt het minimumloon nogmaals met 2,5%. 

De onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 wordt eveneens één jaar eerder dan beoogd verhoogd. Met ingang van 2023 bedraagt de maximale onbelaste reiskostenvergoeding € 0,21 en met ingang van 2024 bedraagt deze naar verwachting € 0,23.

Ten slotte kondigt de minister van Financiën in de voorjaarsnota aan te gaan onderzoeken of de thans in disbalans zijnde verhouding tussen lasten op vermogen aan de ene kant en lasten op arbeid aan de andere kant, (meer) in balans gebracht kan worden. Hierbij geeft zij aan dat een verdere verhoging van de belasting op vermogen daarbij heel goed denkbaar is. 

Al met al betreft het thans nog een ingediend voorstel van het kabinet, wat eerst nog moet worden goedgekeurd door de Tweede Kamer en door de Eerste Kamer. Wellicht volgen er nog diverse aanpassingen hierop.

Uiteraard volgen wij de ontwikkelingen van de Voorjaarsnota 2022 op de voet en indien nodig zullen wij hierover berichten. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Of heeft u naar aanleiding hiervan ons advies of onze hulp nodig? Voor meer informatie kunt u natuurlijk ook altijd contact met ons opnemen.

Jaap van Ooijen - Fiscaal - jurist

Delen op Facebook Delen op Twitter Delen op LinkedIn